het pensioen

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[pɛnˈʃun]
Verbuigingen:	-en (meerv.)

inkomen uit een gespaard bedrag - pension, retirement

ouderdomspensioen - old age pension weduwepensioen - widow pension

met pensioen gaan (=vanwege je hoge leeftijd ophouden met werken en pensioen ontvangen) - retire

© K Dictionaries Ltd.

het pensioen	the pension
pensioen	pension ; retirement

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages




NL: Iemand pensioen geven, op pensioen stellen EN: pension a person off
NL: met pensioen gaan EN: retire (on pension)
NL: met vervroegd pensioen gaan EN: take an early retirement
NL: aan deze betrekking is pensioen verbonden EN: this post carries a pension
NL: een ambtenaar met pensioen EN: a retired civil servant
NL: recht op pensioen EN: pensionable rights
NL: voor pensioen storten EN: contribute towards one's pension