I precies

bijv.naamw.

Uitspraak:

[prəˈsis]

met aandacht voor de details - precise, exact

Het precieze aantal deelnemers is nog niet bekend, maar het zijn er meer dan tweehonderd. - The exact amount of participants is not known yet, but it's going to be more than two hundred.

II precies

bijwoord

Uitspraak:

[prəˈsis]

nauwkeurig - precisely, exactly, neatly

Het past precies. - It fits precisely. precies hetzelfde - exactly the same

© K Dictionaries Ltd.

precies

just ; truthfull ; true ; stringent ; scrupulous ; right ; punctual ; precisely ; precise ; painstaking ; minutely ; meticulous ; in detail ; exhaustive ; exactly ; exact ; detailed ; correct ; conscientious ; careful ; accurately ; accurate ; okay ; sharp

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages




NL: accuraat
NL: bepaald
NL: correct
NL: exact
NL: foutloos
NL: gedetailleerd
NL: goed
NL: haarfijn
NL: inderdaad
NL: juist

NL: Jantje precies EN: Mr. Particular
NL: om tien uur precies EN: at ten precisely (sharp)