lekker

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ˈlɛkər]

1) als iets goed smaakt of ruikt - delicious, tasty

lekkere vis - delicious fish

2) als je iets of iemand aangenaam, fijn of leuk vindt - pleasant, nice

een lekkere meid - a nice girl Die muziek ligt lekker in het gehoor. - That music is quite catchy. lekker lang uitslapen - sleep long and delicious

© K Dictionaries Ltd.

lekker

delightful ; yummy ; very tasteful ; tasty ; scrumptious ; pleasant ; palatable ; nice ; heavenly ; exquisite ; enjoyable ; delicious ; appetizing ; agreeable ; alluring ; tempting ; luscious ; enticing ; delectable ; comfortable ; attractive

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; KNNV Botanical glossary; Wikipedia; MWB




NL: aangenaam
NL: aanlokkelijk
NL: appetijtelijk
NL: belust
NL: fijn
NL: gemakkelijk
NL: goed
NL: heerlijk
NL: hemels
NL: kostelijk

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: appetising US-spelling: appetizing

NL: ik ben niet lekker EN: I am out of sorts, not quite fit
NL: zo lekker als kip EN: as right as rain
NL: heb je lekker gegeten? EN: have you enjoyed your meal?
NL: Iemand lekker maken EN: rouse expectations in a person
NL: het smaakt lekker EN: it tastes nice
NL: lekker vinden EN: like, enjoy
NL: lekker warm EN: nice and warm
NL: dank je lekker! EN: nothing doing!
NL: lekker! EN: serve you right!
NL: lekker mis! EN: sucks!
NL: het is wat lekkers! EN: a nice job!