Vertalingen kleppen NL>EN
kleppen (ww.) | to clack ; to clapper ; to clatter |
het kleppen | the clacks ; the clappers ; the dampers ; the flaps |
kleppen | peal ; ring ; sound |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `kleppen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: babbelenNL: klakkenNL: klapwieken