Vertalingen kabinet NL>EN
het kabinet
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [kabiˈnɛt] |
| Verbuigingen: | -ten (meerv.) |
1) alle ministers en de premier samen poliek -
government  het kabinet is gevallen
(=de regering is afgetreden) - the government fell through
|
2) groep persoonlijke medewerkers van een minister poliek -
office, department, administration | het kabinet van de minister van cultuur - The Minister of Culture's Cabinet |
3) grote, hoge, houten kast met deuren en laden -
cabinet chest | Mijn oma had al haar linnengoed in haar kabinet. - My grandma kept all her linnen in her cabinet chest. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het kabinet | the administration ; the cabinet ; the cabinet-closet ; the colonial administration ; the colonial government ; the government ; the local government ; the parliament ; the States General Chamber |
| kabinet | administration ; EX OFFICE ; Executive Office ; government ; Office of the Minister ; private office |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `kabinet`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gezagNL: gouvernementNL: kabinetkastNL: kamerNL: Kamer der Staten-GeneraalNL: kantoorNL: ministersNL: regering
