handig

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ˈhɑndəx]

1) als je iets makkelijk doet - dexterous, handy

Zij is een handige meid die goed kan naaien. - She is a dexterous girl who can saw very well. Ik ben niet zo handig met computers. - I am not so handy with computers. Ik heb een administrateur ingehuurd, want ik ben niet zo handig in die dingen. - I hired an accountant, since I am not so handy with this kind of things.

2) makkelijk of goed bruikbaar - convenient, handy, neat

een handige reisgids - a handy travel guide Opvouwbare paraplu's zijn handig in het gebruik. - Foldable umbrellas are handy to use.

© K Dictionaries Ltd.

handig

able ; adroit ; capable ; dexterous ; expert ; handy ; neat ; nimble ; proficient ; skilful ; useful ; clever ; convenient ; deft ; easy ; skillful (Amerikaans)

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Vlietstra; Wikipedia




NL: aardig
NL: behendig
NL: bekwaam
NL: bruikbaar
NL: diplomatiek
NL: geestigheid
NL: geintje
NL: geschikt
NL: gevaarlijk
NL: handigheidje

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: dextrous US-spelling: dexterous

NL: handig gedaan EN: cleverly done, neatly done
NL: handig gelegen EN: conveniently situated