het hek

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[hɛk]
Verbuigingen:	-ken (meerv.)

1) afscheiding van hout of metaal - barrier, fence

Om het weiland staat een hek omdat anders de koeien weglopen. - There is a fence around the pasture, otherwise the cows just walk away.

Nu is het hek van de dam! (=nu gaat het helemaal mis) - Every man for himself! It's getting out of control!

2) beweegbare afscheiding waar je doorheen kunt gaan - gate

tuinhekje - yard gate / garden fence

© K Dictionaries Ltd.

het hek	the fence ; the fencing ; the gate ; the partition ; the railing
hek	barrier ; dividing fence ; grate ; grid ; grill ; property boundary fence ; railings ; shaft gates ; stern

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Bouwtermen




NL: afkeer
NL: afrastering
NL: afscheiding
NL: afsluiting
NL: antipathie
NL: aversie
NL: deur
NL: hekwerk
NL: tegenzin
NL: weerzin

Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `grill ` In US-Engels gebruikt men `broiler`

NL: het hek is van de dam EN: the fences are down, it's Liberty Hall
NL: de hekken zijn verhangen EN: the tables are turned