de gekheid (v)

the banter ; the craziness ; the folly ; the foolishness ; the idiocy ; the insanity ; the joke ; the lunacy ; the madness ; the nonsense ; the prank ; the stupidity

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages




NL: aardigheid
NL: dwaasheid
NL: gein
NL: geintje
NL: gekkigheid
NL: gekte
NL: grap
NL: grapje
NL: idioterie
NL: lolletje

NL: och wat! gekheid! EN: nonsense!
NL: alle gekheid op een stokje EN: joking apart
NL: gekheid uithalen EN: play pranks
NL: haal nou geen gekheid uit EN: don't do anything foolish
NL: hij kan geen gekheid verdragen EN: he cannot take a joke
NL: geen gekheid verstaan EN: stand no nonsense
NL: uit gekheid EN: for fun
NL: zonder gekheid EN: no kidding, seriously