het cadeau

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[kaˈdo]
Verbuigingen:	-s (meerv.)

wat je zo maar krijgt van iemand - gift, present

cadeaus krijgen op je verjaardag - get presents on your birthday kerstcadeau - Christmas gifts iemand iets cadeau doen - present someone with a gift

het niet cadeau krijgen (=er veel moeite voor moeten doen) - you don't get it for free

© K Dictionaries Ltd.

het cadeau

the gift ; the offering ; the present

Bronnen: interglot; mwb




NL: aardigheid
NL: donatie
NL: geschenk
NL: gift
NL: pakje
NL: present
NL: presentje
NL: schenking

NL: Iemand een cadeau geven EN: make a person a present EN: iemand iets cadeau doen (geven), make a person a present of s.th.
NL: iets cadeau krijgen EN: get s.th. as a present
NL: dat kan je van mij cadeau krijgen EN: you can have it