Vertalingen boef NL>EN
de boef
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [buf] |
Verbuigingen: | boeven (meerv.) |
iemand die dingen doet die niet mogen -
raskal, crook, scoundrel Boeven gaan de gevangenis in. - Crooks go to prison. Wat een ondeugend kind! Wat een boef! - How naughty of him! What a smart aleck for a kid! |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de boef (m) | the bastard ; the cad ; the rascal ; the rogue ; the scoundrel ; the villain |
boef | cheat ; crook |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `boef`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: boefjeNL: fieltNL: galgenbrokNL: galgentronieNL: schelmNL: schobbejakNL: schurkNL: snaak