buurt

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[byrt]
Verbuigingen:	-en (meerv.)

deel van een stad of dorp - area, neighbourhood, vicinity

in een rijke buurt wonen - live in a rich neighborhood

vlak in de buurt wonen (=dichtbij wonen) - live in the area

in de buurt van (=in de omgeving van) - in the vicinity of

uit de buurt blijven (=ver weg blijven) - stay out of the neighborhood

© K Dictionaries Ltd.

de buurt	the area ; the closeness ; the district ; the nearness ; neighborhood (Amerikaans) ; the neighbourhood ; the quarter ; the vicinity ; the ward
buurt	district ; hood ; proximity ; quarter ; ward

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; MWB




NL: buitenwijk
NL: centrum
NL: handelswijk
NL: nabijheid
NL: omgeving
NL: plein
NL: sectie
NL: stadsdeel
NL: stadskwartier
NL: stadswijk

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: neighbourhood US-spelling: neighborhood

NL: hier in de buurt EN: around here
NL: ik was toevallig in de buurt EN: I happened to be around
NL: blijf uit zijn buurt EN: give him a wide berth
NL: ver uit de buurt EN: far off