Vertalingen inbraak NL>DE
inbraak
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈɪmbrak] |
Verbuigingen: | inbraakbraken (meerv.) |
het inbreken of keer dat er ingebroken wordt -
Einbruch (der ~) een inbraak in een tankstation plegen - einen Einbruch in eine Tankstelle verüben Het aantal inbraken en inbraakpogingen is dit jaar afgenomen. - Die Anzahl der Einbrüche und Einbruchversuche hat in diesem Jahr abgenommen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de inbraak | der Einbruch ; das Einbruchdiebstahl |
inbraak | Einbruch ; Einbruchsdiebstahl |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `inbraak`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: braakNL: diefstalNL: heistNL: kraak