Vertaal
Naar andere talen: • zwengelen > ENzwengelen > ESzwengelen > FR
Vertalingen zwengelen NL>DE
zwengelen (ww.) schlenkern (ww.) ; schwingen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `zwengelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bengelen