Vertalingen zoom NL>DE
de zoom
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [zom] |
| Verbuigingen: | zomen (meerv.) |
rand aan een stuk stof die is omgeslagen en vastgenaaid -
Saum (der ~) een brede zoom - ein breiter Saum
een zoom leggen - einen Saum legen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de zoom (m) | die Naht ; der Saum |
| zoom | Basis ; hochgezogene Kehre ; Rain ; Saum ; Sicke |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `zoom`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: boordNL: oeverNL: rand
