Vertalingen zangvogel NL>DE
de zangvogel
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈzɑŋvoxəl] |
| Verbuigingen: | zangvogels (meerv.) |
bepaald soort vogel die mooi kan zingen -
Singvogel (der ~) | De lijster en de nachtegaal zijn bekende zangvogels. - Die Amsel und die Nachtigall sind bekannte Singvögel. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de zangvogel (m) | der Singvogel |
| zangvogel | Singvogel ; das Singvogelmännchen ; das Singvogelweibchen ; Sperlingsvogel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `zangvogel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: pieperNL: pietNL: zanger