Vertalingen zondag NL>DE
de zondag
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈzɔndɑx] |
Verbuigingen: | zondagen (meerv.) |
zevende dag van de week -
Sonntag (der ~) 's zondags - sonntags autoloze zondag - autofreier Sonntag |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de zondag (m) | der Sonntag |
zondag (Afkorting) | So (Afkorting) ; Stg. (Afkorting) |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `zondag`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: 's
zondags
DE: am Sonntag