Vertalingen wreken NL>DE
wreken
werkw.
| Uitspraak: | [ˈvrekə(n)] |
| Verbuigingen: | wreekte (verl.tijd ) heeft gewroken (volt.deelw.) |
iemand straffen om het onrecht dat hij of zij je heeft aangedaan -
rächen Hij wil de moord op zijn ouders wreken. - Er will den Mord an seinen Eltern rächen. je wreken op iemand - sich an jemandem rächen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| wreken (ww.) | vergelten (ww.) |
| wreken (werkw.) | rächen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `wreken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: vergeldenUitdrukkingen en gezegdes
NL: z. op iemand
wreken
DE: sich an einem rächen