Vertalingen woonwagen NL>DE
de woonwagen
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈwonwaxə(n)] |
| Verbuigingen: | woonwagens (meerv.) |
huis op wielen dat je kunt verplaatsen -
Wohnwagen (der ~) | Mensen die bij een circus werken, wonen vaak in woonwagens. - Leute, die bei einem Zirkus arbeiten, wohnen häufig in Wohnwagen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de woonwagen (m) | der Wohnwagen |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `woonwagen`

Voorbeeldzinnen laden....