Vertalingen wispelturig NL>DE
| wispelturig | flatterhaft ; launenhaft ; launenhaft ; launisch ; nicht voraussagbar ; schlecht gelaunt ; sprunghaft ; unbefahrbar ; unberechenbar ; unbeständig ; variabel ; veränderlich ; wandelbar ; wetterwendisch ; übellaunig ; wankelmütig |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `wispelturig`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: buiigNL: grilligNL: maanziekNL: nukkigNL: onberekenbaarNL: onbestendigNL: ongedurigNL: ongestadigNL: onvoorspelbaarNL: poepelig
