wilskracht

Vertalingen wilskracht NL>DE

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[ˈwɪlskrɑ xt]

het vermogen om iets te willen en die wil ook uit te voeren - Willenskraft (die ~)

Stoppen met roken vereist veel wilskracht. - Mit dem Rauchen aufzuhören erfordert viel Willenskraft.

Overige bronnen

wilskracht (m)	die Willensstärke
de wilskracht	die Energie ; die Geisteskraft ; die Mentalität ; die Tatkraft ; die Willenskraft

Bronnen: f; interglot

Voorbeeldzinnen met `wilskracht`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: doorzettingsvermogen
NL: energie
NL: geestkracht
NL: volharding
NL: wil
NL: willen

Zojuist vertaald