Vertalingen wegvloeien NL>DE
wegvloeien (ww.) | fortfließen (ww.) |
het wegvloeien | das Abfließen ; das Ablaufen ; das Wegfließen ; das Wegströmen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `wegvloeien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afvloeienNL: lekkenNL: wegstromen