Vertalingen waggelen NL>DE
waggelen
werkw.
Uitspraak: | ['wɑxələ(n)] |
Verbuigingen: | waggelde (verl.tijd ) heeft gewaggeld (volt.deelw.) |
lopen waarbij je van links naar rechts beweegt -
watscheln De eendjes waggelden achter hun moeder aan. - Die Entchen watscheln hinter ihrer Mutter her. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
waggelen (ww.) | schwanken (ww.) ; taumeln (ww.) ; wanken (ww.) ; watschelnder (ww.) |
waggelen | der Gang ; Rollbewegung ; torkeln ; wackeln ; Wankbewegung ; watscheln |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `waggelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: schommelenNL: wankelenNL: zwaaien