Vertalingen voorliegen NL>DE
voorliegen (ww.) | beschwindeln (ww.) ; erdichten (ww.) ; erfinden (ww.) ; ersinnen (ww.) ; fabulieren (ww.) ; lügen (ww.) ; schwindeln (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `voorliegen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beduvelenNL: misleidenNL: voorjokkenUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand (iets)
voorliegen
DE: einem (etwas) vorlügen