Vertalingen verzwelgen NL>DE
verzwelgen (ww.) | aufessen (ww.) ; auffressen (ww.) ; bunkern (ww.) ; einreißen (ww.) ; fressen (ww.) ; futtern (ww.) ; genießen (ww.) ; hinunterschlingen (ww.) ; hinunterschlucken (ww.) ; schlingen (ww.) ; verschlingen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verzwelgen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: inslikkenNL: oppeuzelenNL: opvretenNL: verslinden