Vertalingen verstarren NL>DE
verstarren
werkw.
Uitspraak: | [vərˈstɑrə(n)] |
Verbuigingen: | verstarde (verl.tijd ) is verstard (volt.deelw.) |
onbeweeglijk worden -
erstarren , versteinern Haar blik verstarde bij het zien van de chaos. - Sein Blick erstarrte beim Anblick des Chaos. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verstarren (ww.) | eindicken (ww.) ; erfrieren (ww.) ; erlahmen (ww.) ; erstarren (ww.) ; steif werden (ww.) ; stillstehen (ww.) ; verhärten (ww.) ; versteifen (ww.) ; versteinern (ww.) ; verstocken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verstarren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: verstenenNL: verstijven