Vertalingen venkel NL>DE
venkel
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈvɛŋkəl] |
| Verbuigingen: | venkels (meerv.) |
1) kruid van de venkelplant dat naar anijs smaakt -
Fenchel (der ~) | Voor de garnering gebruiken we een takje venkel. |
2) knol van de venkelplant die je als groente kan eten -
Gemüsefenchel (der ~), Fenchel (der ~) | venkelsoep - Fenchelsuppe |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de venkel | der Fenchel |
| venkel | Fenchel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `venkel`

Voorbeeldzinnen laden....