Vertalingen venijn NL>DE
het venijn
zelfst.naamw.
verborgen, scherpe woede -
Gehässigkeit (die ~), Gemeinheit (die ~), Gift (das ~) cabaretteksten met veel venijn - gemeine Kabaretttexte |
venijn spuwen over iemand (=gemene dingen over iemand zeggen) - sein Gift über jemanden versprühen
|
het venijn zit in de staart (=de gemene dingen komen aan het eind) - das Gift sitzt im Stachel
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het venijn | die Boshaftigkeit ; die Bösartigkeit ; die Falschheit ; die Gehässigkeit ; die Gemeinheit ; das Gift ; die Giftigheit ; die Hinterhältigkeit ; die Niederträchtigkeit ; die Schlechtigkeit |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `venijn`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gifNL: giftigheidNL: venijnigheidNL: vergifNL: virulentie