Vertalingen vaat NL>DE
vaat
zelfst.naamw.
vuil servies, bestek, pannen enz. -
Abwasch (der ~), gebrauchtes Geschirr (das ~) Ik heb gekookt, was jij de vaat af? - Ich habe gekocht, machst du den Abwasch/spülst du das gebrauchte Geschirr? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de vaat | der Abwasch ; das Geschirr |
vaat | Gefäßteil ; Xylem |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `vaat`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aardewerkNL: afwasUitdrukkingen en gezegdes
NL: de
vaat doen
DE: (das Geschirr) aufwaschen, (Geschirr) spülen