Vertalingen uitzonderen NL>DE
uitzonderen (ww.) | ausschließen (ww.) ; aussondern (ww.) ; aussperren (ww.) |
uitzonderen (werkw.) | ausschließen |
uitzonderen | ausnehmen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `uitzonderen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afzonderenNL: buitensluiten