Vertalingen uitzitten NL>DE
uitzitten
werkw.
Uitspraak: | [ˈœytsɪtə(n)] |
Verbuigingen: | zat uit (verl.tijd ) heeft uitgezeten (volt.deelw.) |
tot het einde toe blijven -
absitzen , aussitzen de hele rit uitzitten - die ganze Fahrt aussitzen een gevangenisstraf uitzitten - eine Gefängnisstrafe absitzen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het uitzitten | das Absitzen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `uitzitten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afzittenNL: opknappen