Vertalingen uitstippelen NL>DE
uitstippelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈœytstɪpələ(n)] |
Verbuigingen: | stippelde uit (verl.tijd ) heeft uitgestippeld (volt.deelw.) |
in grote lijnen aangeven of plannen -
erstellen , ausarbeiten een route uitstippelen - eine Route ausarbeiten |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
uitstippelen (ww.) | abgrenzen (ww.) ; abstecken (ww.) ; abzeichnen (ww.) ; festlegen (ww.) ; trassieren (ww.) |
uitstippelen (werkw.) | austüfteln ; entwerfen ; entwickeln ; konzipieren ; skizzieren |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `uitstippelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangevenNL: ontwerpenNL: schetsenNL: uitzetten