Vertalingen uitspuiten NL>DE
uitspuiten (ww.) | ausblasen (ww.) ; ausspritzen (ww.) ; spritzen (ww.) |
uitspuiten | ausspeien ; Auswerfen von Zink ; Spritzen |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `uitspuiten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: spuiten