Vertalingen uitsparen NL>DE
uitsparen (ww.) | aussparen (ww.) ; freilassen (ww.) ; offenlassen (ww.) |
uitsparen (werkw.) | sparen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `uitsparen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: besparenNL: niet invullenNL: openlaten