Vertaal
Vertalingen uitmaken voor NL>DE

uitmaken voor

werkw.
Uitspraak:  œytmakə(n) vor]
Verbuigingen:  maakte uit voor (verl.tijd ) heeft uitgemaakt voor (volt.deelw.)

met scheldwoorden noemen - beschimpfen
iemand uitmaken voor rotte vis - jemanden als faulen Fisch beschimpfen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
uitmaken voor (ww.) ausschimpfen (ww.) ; beschimpfen (ww.) ; schelten (ww.) ; schimpfen (ww.) ; wettern (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `uitmaken voor`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bestempelen
NL: uitjouwen
NL: uitschelden