Vertalingen uitgillen NL>DE
uitgillen (ww.) | aufschreien (ww.) ; brüllen (ww.) ; herausschreien (ww.) ; kreischen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `uitgillen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: brullenNL: uitbrullenNL: uitkrijsenNL: uitroepenNL: uitschreeuwenUitdrukkingen en gezegdes
NL: het
uitgillen (v.)
DE: laut aufschreien (vor)