Vertalingen uiteenvallen NL>DE
uiteenvallen (ww.) | auflösen (ww.) ; aufteilen (ww.) ; auseinanderfallen (ww.) ; herauslösen (ww.) ; lösen (ww.) ; spalten (ww.) ; trennen (ww.) ; zerfallen (ww.) ; zerlegen (ww.) ; zersetzen (ww.) |
uiteenvallen | zerbroeckeln ; Zerfall |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `uiteenvallen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: desintegrerenNL: verbrokkelen