Vertalingen uitdossen NL>DE
zich uitdossen
reflexief werkw.
| Uitspraak: | [ˈœydɔsə(n)] |
| Verbuigingen: | doste zich uit (verl.tijd ) heeft zich uitgedost (volt.deelw.) |
jezelf opvallend kleden -
auftakeln | Wat heb jij je uitgedost met al die kettingen en ringen! - Was hast du dich aufgetakelt mit all den Ketten und Ringen! |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| uitdossen (ww.) | aufdonnern (ww.) ; aufputzen (ww.) ; ausschmücken (ww.) ; feinmachen (ww.) ; herausputzen (ww.) ; zurechtmachen (ww.) |
| uitdossen (werkw.) | herausputzen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `uitdossen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aankledenNL: opdirkenNL: opdoffenNL: optutten