Vertalingen uitblazen NL>DE
uitblazen (ww.) | ausatmen (ww.) ; ausblasen (ww.) |
uitblazen (werkw.) | ausblasen ; auspusten |
uitblazen | Aufblasen ; Ausblasen ; blasen ; Druckentleerung ; entleeren ; leeren ; Nachblasen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `uitblazen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dovenNL: op adem komenNL: uitademenUitdrukkingen en gezegdes
NL: de laatste adem
uitblazen
DE: die Seele aushauchen