Vertalingen uitbijten NL>DE
uitbijten (ww.) | korrodieren (ww.) ; rosten (ww.) ; zerfressen (ww.) |
Bron: Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `uitbijten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: uitlogenNL: uitvretenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (z. een tand)
uitbijten
DE: ausbeißenNL: (de hond heeft) er een stuk uitgebeten
DE: ein Stück herausgebissen DE: (met bijtende stof) ausbeizen, ätzenNL: (zwavelzuur) bijt ('t weefsel) uit
DE: zerfrißt (das Gewebe), frißt (das Gewebe) an DE: (met helse steen) wegätzen, ausätzenNL: (helse steen) bijt uit
DE: ätzt