Vertalingen toegeeflijk NL>DE
| toegeeflijk (bnw.) | nachsichtig (bnw.) |
| toegeeflijk | bequem ; dienstbereit ; dienstfertig ; entgegenkommend ; folgsam ; fügsam ; gefügig ; gefällig ; gehorsam ; leicht zu bearbeiten ; nachgiebig (bnw.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `toegeeflijk`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gedweeNL: genadigNL: gewilligNL: goedigNL: inschikkelijkNL: meegaandNL: soepelNL: toegevendNL: weekhartig
