Vertaal
Naar andere talen: • tippelen > ENtippelen > EStippelen > FR
Vertalingen tippelen NL>DE

tippelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈtɪpələ(n)]
Verbuigingen:  tippelde (verl.tijd ) heeft getippeld (volt.deelw.)

1) met kleine, vlugge pasjes lopen - tippeln , trippeln
De jonge hondjes tippelden over het keukenzeil. - Die jungen Hunde tippeln über das Wachstischtuch.

2) (van prostituees) op straat naar klanten zoeken - auf den Strich gehen
Officieel is tippelen hier verboden.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
tippelen (ww.) auf den Strich gehen (ww.) ; tippeln (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `tippelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: hoereren
NL: lopen
NL: wandelen