Vertaal
Naar andere talen: • teugel > ENteugel > ESteugel > FR
Vertalingen teugel NL>DE

de teugel

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈtøxəl]
Verbuigingen:  teugels (meerv.)

riem(en) waarmee je een rijdier of trekdier bestuurt - Zügel (der ~)
aan de teugels trekken - an den Zügeln anziehen
uitdrukking de teugels aanhalen
uitdrukking de teugels laten vieren
uitdrukking iemand de vrije teugel geven

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de teugel (m) der Gurt ; der Gürtel ; die Leine ; das Lenkseil ; der Riemen ; der Zaum ; der Zügel
teugel Kreuzleine ; Zuegel ; Zügel
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `teugel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: breidel
NL: lei
NL: leidsel
NL: lijn
NL: riem
NL: toom

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: met losse teugel DE: mit verhängtem Zügel
NL: de teugel vieren DE: den Zügel schießen lassen
NL: aan zijn driften de vrije teugel geven DE: seinen Leidenschaften die Zügel schießen lassen, freien Lauf lassen