Vertalingen terugbetalen NL>DE
terugbetalen
werkw.
| Uitspraak: | [teˈrʏxbətalə(n)] |
| Verbuigingen: | betaalde terug (verl.tijd ) heeft terugbetaald (volt.deelw.) |
geld betalen dat je geleend hebt of dat te veel is betaald -
zurückzahlen | Wanneer betaal je me de twintig euro terug die je me nog schuldig bent? - Wann zahlst du mir die zwanzig Euro zurück, die du mir noch schuldest? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| terugbetalen (ww.) | abkaufen (ww.) ; entschädigen (ww.) ; zurückzahlen (ww.) |
| terugbetalen | rückerstatten |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `terugbetalen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afkopenNL: aflossenNL: restituerenNL: schadeloosstellenNL: teruggevenNL: vergoeden