Vertalingen temmen NL>DE
temmen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈtɛmə(n)] |
| Verbuigingen: | temde (verl.tijd ) heeft getemd (volt.deelw.) |
tam (1) maken -
zähmen | wilde leeuwen temmen - wilde Löwen zähmen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| temmen (ww.) | abrichten (ww.) ; bezähmen (ww.) ; bändigen (ww.) ; dressieren (ww.) ; einreiten (ww.) ; zähmen (ww.) |
| temmen (werkw.) | zähmen |
| temmen | Zähmen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `temmen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: africhtenNL: intomenNL: tam maken