Vertalingen tegenhanger NL>DE
de tegenhanger
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈtexə(n)hɑŋər] |
Verbuigingen: | tegenhangers (meerv.) |
iemand die of iets dat bij een ander past en daarmee een paar vormt -
Gegenstück (das ~) De begrippen 'goed' en 'kwaad' zijn elkaars tegenhangers. - Die Begriffe 'gut' und 'böse' sind Pendanten. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de tegenhanger (m) | das Gegenstück ; das Gegenteil ; das Pendant |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `tegenhanger`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: antitheNL: antitheseNL: pendantNL: synoniem