Vertalingen technicus NL>DE
de technicus
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈtɛxnikʏs] |
| Verbuigingen: | technicusci (meerv.) |
een deskundige op het gebied van de techniek -
Techniker/-in (die/der ~) elektrotechnicus - Elektrotechniker
tandtechnicus - Zahntechniker |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de technicus (m) | Techniker ; der Techniker |
| technicus | Elektrotechniker ; Physikotechniker ; Techniker |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `technicus`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: mecanicienNL: monteur
