Vertalingen taal NL>DE
taal
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [tal] |
Verbuigingen: | talen (meerv.) |
1) stelsel van klanken, letters, woorden en grammatica dat mensen gebruiken om met elkaar te communiceren -
Sprache (die ~) een dode taal (=een taal die niemand meer spreekt) - eine tote Sprache
|
de oude/klassieke talen (=Oudgrieks en Latijn) - die alten/klassischen Sprachen
|
in alle talen zwijgen (=helemaal niets zeggen) - in allen Sprachen schweigen
|
2) (persoonlijk) taalgebruik -
Sprache (die ~) grove taal - derbe Sprache spreektaal - Umgangssprache schrijftaal - Schriftsprache |
klare/duidelijke/heldere taal spreken (=ergens geen misverstanden over laten bestaan) - eine deutliche Sprache sprechen
|
taal nog teken geven (=niets van je laten horen) - kein Lebenszeichen von sich geben
|
bloemrijke taal (=taal met veel beeldspraak en stijlfiguren) - blumige Sprache
|
bombastische/gezwollen/hoogdravende taal (=taalgebruik waarbij de spreker te mooi en te deftig praat) - bombastische/geschwollene/hochtrabende Sprache
|
3) het geheel van tekens of geluiden die een betekenis uitdrukken -
Sprache (die ~) de taal van de liefde - die Sprache der Liebe programmeertaal - Programmiersprache |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de taal | die Sprache |
taal | Zunge |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `taal`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: idioomNL: spraakNL: woordgebruikUitdrukkingen en gezegdes
NL: zijn talen bijhouden
DE: seine Sprachkenntnisse pflegenNL: taal noch teken van z. laten horen
DE: nichts von sich hören lassen, kein Lebenszeichen von sich gebenNL: (hij zwijgt) in alle talen
DE: in sieben SprachenNL: duidelijke
taal spreken
DE: etwas unumwunden, mit deutlichen Worten sagenNL: (ik heb eens) duidelijke
taal tegen hem gesproken
DE: deutsch mit ihm geredet