Vertaal
Naar andere talen: • stuur > ENstuur > ESstuur > FR
Vertalingen stuur NL>DE

het stuur

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [styr]
Verbuigingen:  sturen (meerv.)

voorwerp waarmee je de richting van een voertuig bepaalt - Lenkrad (das ~), Steuer (das ~)
het stuur van je fiets - der Lenker
het stuur van je auto - das Steuer

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het stuurdas Lenkrad ; die Lenkstange ; das Steuer ; die Steuer ; das Steuerrad
stuur Lenker ; Lenkrad ; Lenkstange
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `stuur`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: roer
NL: stuurrad
NL: stuurwiel

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: aan het stuur zitten DE: (figuurlijk) am Ruder sitzen, am Steuer stehen
NL: de macht over het stuur van zijn auto kwijtraken DE: die Herrschaft über seinen Wagen verlieren