Vertalingen struikgewas NL>DE
het struikgewas
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈstrœykxəwɑs] |
| Verbuigingen: | struikgewassen (meerv.) |
groep van bij elkaar staande planten -
Gebüsch (das ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het struikgewas | das Dickicht ; das Gebüsch ; das Gestrüpp ; die Hölzer ; das Unterholz |
| struikgewas | Buschholz ; Buschwald ; Gebüsch ; Gestrüpp |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `struikgewas`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kreupelhoutNL: struikenNL: struweel