Vertaal
Naar andere talen: • sticker > ENsticker > ESsticker > FR
Vertalingen sticker NL>DE

de sticker

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈstɪkər]
Verbuigingen:  stickers (meerv.)

plaatje met een achterkant die kleeft - Sticker (der ~), Aufkleber (der ~), Etikett (das ~)
een sticker op je agenda plakken - einen Aufkleber auf den Terminkalender kleben

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de sticker (m) der Aufkleber ; das Etikett ; das Label ; der Plakatkleber ; der Sticker
sticker Abziehplakat ; Aufkleber ; Transparentplakat
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `sticker`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: etiket
NL: label
NL: plakker
NL: plakkertje
NL: plakplaatje